Logopedie

Wat is logopedie?

Logopedie is een paramedisch beroep dat zich in het algemeen bezighoudt met alles wat met communicatie te maken heeft.

Wanneer kan u best een logopedist raadplegen?

Heeft u of uw kind…

  • problemen in de taalontwikkeling?
  • uitspraakproblemen?
  • gehoorproblemen?
  • afwijkende mondgewoonten?
    • tongpersen
    • duim-, speen- en vingerzuigen
    • open mondgedrag
  • lees-, spelling- of rekenproblemen?
  • stemklachten?
  • klachten omtrent de ademhaling?
  • problemen met eten of drinken?

Dan kan een logopedist u waarschijnlijk goed van dienst zijn.

De praktijk is gelegen in het centrum van Kasterlee waar zowel kinderen, jongeren als volwassen terecht kunnen. 

Oromyofunctionele problematiek
Afwijkend mondgedrag en foutieve slikgewoontes

Wist je dat je tong alleen maar uit spieren bestaat? Ook als we kauwen, slikken en spreken gebruiken we zeer veel spieren. Als we die spieren dus verkeerd gaan gebruiken, is het geen wonder dat dit een negatieve invloed kan hebben op de tandenstand. Daarom zal een tandarts of orthodontist in bepaalde omstandigheden doorverwijzen naar een logopedist.

Schadelijke gewoontes die de stand van de tanden negatief kunnen beïnvloeden zijn open mondgedrag, foutieve spreekgewoontes, duimzuigen en foutieve slikgewoontes. Bij foutief slikken wordt de tong bijvoorbeeld tegen of tussen de tanden geplaatst. Op langere termijn kan daardoor een open beet veroorzaakt worden.

Lynn nam in 2016 deel aan de cursus ‘Logopedie en tandheelkunde: OMFT’. OMFT staat voor oromyofunctionele therapie. Tijdens de cursus kon ze zich verder verdiepen in het afleren van schadelijke mondgewoontes en dit uiteraard toepassen in de praktijk. Door de jaren heen heeft ze veel expertise vergaard in het behandelen van kinderen en volwassenen met afwijkende mondgewoonten.

Wanneer er sprake is van temporomandibulaire klachten (dit zijn kaak- en aangezichtsklachten ontstaan door bijvoorbeeld tandenknarsen of kaakklemmen), werken we eveneens samen met onze kinesitherapeuten Laura en Lars. Zij behaalden een specialisatie in de behandeling van mensen met temporomandibulaire klachten.

Leermoeilijkheden en leerstoornissen

Een kind heeft leermoeilijkheden wanneer het op school wat moeilijker gaat met vakken zoals lezen, spellen en/of rekenen. Ook werkgeheugen en concentratie kunnen een rol spelen.

We spreken van leerstoornissen wanneer de problemen langdurig en hardnekkig blijken te zijn. Er is een duidelijke (ernstige) achterstand en de prestaties liggen beduidend lager dan wat op basis van die leeftijd en omstandigheden verwacht wordt.

Om te bepalen of en in welke mate er sprake is van leerstoornissen, dienen er testen uitgevoerd te worden die dat kunnen bepalen. Op basis van het resultaat van de testen is er al dan niet logopedische therapie nodig.

We maken het onderscheid tussen 3 leerstoornissen:

  • Dyslexie: het onvermogen om tot correct lezen te komen (leesstoornis)
  • Dysorthografie: het onvermogen om tot correct schrijven te komen (schrijfstoornis)
  • Dyscalculie: het onvermogen om tot correct rekenen te komen (rekenstoornis)

Als logopedist kunnen we problemen detecteren en aanpakken. Vaak wordt met leerkrachten op school contact gehouden zodat uw kind optimaal begeleid wordt in zijn leerproces.

Spraak- en taalstoornissen
Articulatiestoornissen

Bij een articulatiestoornis worden bepaalde klanken of klankcombinaties foutief uitgesproken. We spreken pas van een articulatiestoornis als een kind achterop blijft in zijn spraakontwikkeling in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Hierbij onderscheiden we fonetische en de fonologische articulatiestoornissen.

Een kind met een fonetische articulatiestoornis heeft moeite met de motorische productie van één of meerdere klanken. Wanneer kinderen deze klank(en) niet kunnen uitspreken gaan ze deze weglaten, vervangen of vervormen.

Het bekendste voorbeeld hiervan is het foutief of niet kunnen uitspreken van de /r/-klank. Een ander veelvoorkomend probleem is ‘lispelen’. Lispelen kan samenhangen met foutieve mondgewoonten omdat het hier gaat om interdentaliteit.

Een kind met een fonologische articulatiestoornis heeft moeite met de betekenistoekenning en bijgevolg het correct gebruiken van klanken bij de vorming van woorden. Het kind heeft dan nog niet voldoende kennis verworven over het taalsysteem. Ze moeten leren dat woorden bestaan uit verschillende klanken en ze moeten het verschil leren kennen tussen de verschillende spraakklanken en hun specifieke articulatieplaats en –wijze. Jonge kinderen vervormen de woorden van volwassenen en maken hierdoor de klankstructuur eenvoudiger. Op termijn gaan zij hun woorden uitspreken als die van een volwassene en verdwijnen die vereenvoudigingsprocessen. Kinderen met een fonologische articulatiestoornis passen bepaalde processen langer toe dan leeftijdsgenootjes.

Voorbeelden zijn dat een kind ‘babouter’ blijft zeggen in plaats van ‘kabouter’, ‘poes’ wordt ‘toes’, ‘koek’ wordt ‘toet’. Wanneer deze processen te lang aanwezig zijn of wanneer er abnormale vervangingen/weglatingen gebeuren, dient er ingegrepen worden d.m.v. fonologische therapie.

Taalontwikkelingsstoornissen/dysfasie

Wanneer de ontwikkeling van het taalbegrip en/of de taalproductie anders of trager verloopt in vergelijking met leeftijdsgenootjes, spreekt men van een taalontwikkelingsstoornis of dysfasie.
Kenmerken hiervan zijn:

  • niet praten of de spraak komt te laat op gang
  • een beperkte woordenschat
  • woordvindingsproblemen
  • moeite met het maken van zinnen (beperkte en/of foutieve zinsbouw)
  • beperkt taalbegrip
  • algehele vertraging in de totale ontwikkeling

Er kunnen verschillende oorzaken zijn die zorgen voor spraak- en taalproblemen bij kinderen, ook is die niet altijd te achterhalen. Mogelijke oorzaken kunnen zijn:

  • Een verminderd gehoor door bijvoorbeeld chronische oorontstekingen
  • Het kind kan zich via gebaren of wijzen voldoende duidelijk maken en er is voor hem/haar geen noodzaak tot praten
  • Het kind lijkt niet te begrijpen hoe hij moet communiceren
  • Het kind lijkt om een bepaalde reden niet te willen praten
  • Een onvermogen om klanken te vormen
  • Een algehele ontwikkelingsachterstand

Onderzoek door een kinderarts en/of NKO-arts is in die gevallen vaak noodzakelijk.

Als logopediste en audiologe hebben zowel Valerie als Lynn hun verdieping gevolgd in taal- en spraakstoornissen ten gevolge van gehoorstoornissen. In de praktijk bieden we gehoorrevalidatie aan, zowel bij kinderen als bij volwassenen.

Stemstoornissen

Een stemstoornis is een aandoening van de stem met als gevolg een verandering in de toonhoogte, de luidheid en/of de kwaliteit van de stem. Stemproblemen kunnen in die mate ernstig zijn dat het spreken belemmerd wordt.

Binnen de stemstoornissen maken we het onderscheid tussen organische stemstoornissen en niet-organische (functionele en psychogene) stemstoornissen.

Bij de organische stemstoornissen is er een probleem ter hoogte van het strottenhoofd; bijvoorbeeld een larynxtumor, een stembandverlamming, endocriene veranderingen (primair organische stemstoornissen). Er kunnen weefselstructuurveranderingen optreden ten gevolge van verkeerd stemgebruik of stemmisbruik; stembandknobbeltjes, stembandoedeem,… (secundair organische stemstoornissen).

Bij de niet-organische stemstoornissen is het stemorgaan in orde, maar is er sprake van verkeerd stemgebruik en/of stemmisbruik. Verkeerde gewoonten, verkeerde ademhalingstechnieken of emoties kunnen een negatieve invloed hebben op de stem.

Verschijnselen van stemstoornissen kunnen zijn:

  • Heesheid of schorre stem
  • Geen stemgeluid hebben
  • Wegvallende stem
  • Vermoeid of pijnlijk gevoel na spreken
  • Regelmatig keelschrapen
  • Gevoel van een prop in de keel

Als u een probleem ervaart, kan u gerust contact opnemen. In de praktijk kunnen we stemonderzoeken uitvoeren en wordt het stemprobleem holistisch benaderd. Door de jaren heen volgde Lynn extra cursussen en workshops om up to date te blijven in de behandeling van stemproblemen via de methodieken van Coblenzer, Svend Smith, Lax Vox en Vibrant Voice Technique.
Manuele facilitatie wordt eveneens toegepast en indien nodig wordt er samengewerkt met onze kinesitherapeuten Laura of Lars. Indien nodig kunnen we doorverwijzen naar osteopaten.

Neurogene communicatiestoornissen
Afasie

Afasie is een taalstoornis veroorzaakt door hersenletsel. Vaak ontstaat het na een beroerte.
Mensen met afasie kunnen problemen krijgen met spreken, het vinden van de juiste woorden, begrijpen, lezen en schrijven. De klachten van afasie zijn afhankelijk van het afasietype. De logopediste onderzoekt hoe het gesteld is met o.a. het taalbegrip en de taalproductie.

Dysartrie

Dysartrie is een spraakstoornis veroorzaakt door een hersenletsel/beschadiging van het zenuwstelsel.
Een hersenletsel kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een beroerte, de ziekte van Parkinson, MS of ALS. Door het hersenletsel kan de spierkracht en de afstemming van de spieren onderling verstoord zijn, wat gevolgen heeft voor de ademhaling, articulatie en de stemgeving.

Verbale apraxie

Iemand met verbale apraxie heeft moeite met de programmering van spraak m.a.w. het articuleren verloopt moeizaam. De cliënt zoekt tijdens het spreken voortdurend naar de juiste tongplaatsing van spraakklanken.

Dysfagie

Ook slikstoornissen (dysfagie) kunnen voorkomen bij patiënten met een hersenletsel of bij patiënten met een neurodegeneratieve aandoening (de Ziekte van Parkinson, ALS, MS, …). Hiervoor kunnen sliktechnieken aangeleerd worden en daarnaast krijgt de patiënt ook tips en adviezen.
In de praktijk beschikken we over een IOPI-trainer om mee in te zetten tijdens de slikrevalidatie.

Mimetherapie

Bij een perifere aangezichtsverlamming is de opstart van mimetherapie vaak aangewezen. Daarvoor kan u ook in onze praktijk terecht. Bij een aangezichtsverlamming is de bewegingsmogelijkheid van een gezichtshelft verminderd of helemaal uitgevallen. Daarnaast kunnen de spieren in het gezicht op een abnormale manier gaan meebewegen (synkinesen).
Het doel van de behandeling is de symmetrie in uw gezicht te bevorderen. Tijdens de therapie leren we u de bewegingen van uw gezicht beter onder controle te krijgen zodat uw gezicht zo symmetrisch mogelijk beweegt bij eten, drinken, praten of het uitdrukken van bepaalde emoties. U leert om in het dagelijkse leven beter met uw aangezichtsverlamming om te gaan.

Bij een neurogene communicatiestoornis of bij de opstart van mimetherapie is verwijzing van een neuroloog vaak noodzakelijk.